Anouk Kemper heeft een opfrisrijles bij RijschoolDenK gedaan en hier een stukje over geschreven in het Parool:
Exacte cijfers heeft het CBR niet, maar van de zeven miljoen mensen met een rijbewijs, schijnt een half miljoen te kampen met rijangst. Journalist Anouk Kemper (29) is één van hen en besluit na zes jaar weer achter het stuur plaats te nemen.
Exacte cijfers heeft het CBR niet, maar van de zeven miljoen mensen met een rijbewijs, schijnt een half miljoen te kampen met rijangst. Journalist Anouk Kemper (29) is één van hen en besluit na zes jaar weer achter het stuur plaats te nemen.
Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Ik heb al ruim tien jaar mijn rijbewijs! Hoewel, dat rijbewijs is in oktober verlopen en nog altijd heb ik het niet verlengd. Sterker nog, ik heb überhaupt al zes jaar niet gereden, omdat ik het steeds enger begon te vinden. Ik voel me een ‘impostor’ als ik rijd: ik hoor eigenlijk niet bij de rest van het verkeer, waarin ieder ander wél alle regels kent. Mijn angst om fouten te maken zorgt dat ik nog panischer word. Dat ik een paar keer grote blikschade bij het inparkeren heb veroorzaakt, helpt ook niet mee. Mijn ouders vonden het wel mooi geweest en leenden hun auto niet meer uit. Nou, best. Ik woon toch in Amsterdam. Wat moet je hier met een auto?
Rob stopt de auto langs een lege weg in het Westelijk Havengebied. Hij is naast rij-instructeur ook hypnotherapeut, gespecialiseerd in mensen met rijangst. “Het zijn vaker hoogopgeleiden die er last van hebben”, zegt hij. “Die denken te veel na. Je moet bijvoorbeeld ook niet gaan nadenken over hoe je je veters strikt, je lichaam weet dat gewoon. Zo is het ook met rijden.” Het valt me inderdaad op dat heel veel handelingen er nog in zitten. Spiegels afstellen, de handrem eraf halen, starten, schakelen, het gaat allemaal zo’n beetje vanzelf. Bang of panisch ben ik niet, maar we rijden dan ook op een leeg parkeerterrein bij de Praxis.
Volgens Peter van Nek, al 35 jaar rij-instructeur en voorzitter van de Vereniging Rijschool Belang, ligt de grondslag van rij-angst al bij de rijlessen. “Het moet tegenwoordig allemaal zo snel en goedkoop mogelijk. Ouders betalen wel dure ballet- of tennislessen, maar een rijles moet vooral niet te veel kosten.” Hierdoor ontstaat de situatie dat veel mensen wel hun ‘papiertje’ halen, maar eigenlijk nog niet goed voorbereid zijn op écht rijden. “In dat geval kan rijangst ontstaan”, zegt Van Nek. Ook Iris van Zaalen (27) had er last van. Ze durfde eerst alleen nog in de Volkswagen Up van haar toenmalige vriend te rijden, maar “toen dat uitging, en ik die auto dus ook niet meer had, reed ik gewoon helemaal niet meer. Ik was altijd bang dat de motor zou afslaan bij het stoplicht en iedereen naar me zou gaan toeteren. Verschrikkelijk.”
Onhandig, die angst, want Van Zaalen moet voor haar werk als tv-redacteur regelmatig naar de verste uithoeken van het land. “Op mijn werk zeiden ze dan: pak gewoon de auto! Maar ik had altijd wel een smoesje; hoofdpijn, rijbewijs thuis gelaten. Ik vond het te gênant om toe te geven dat ik niet durfde.” Al kwam dat natuurlijk toch uit. “Voor een bepaalde productie was het heel handig als ik gewoon zou rijden, anders moesten ze speciaal daarvoor een runner inhuren. Dat vond ik eigenlijk te gek voor woorden. Ik heb gewoon mijn rijbewijs.” Onder collegiale druk ging Van Zaalen rustig oefenen met haar moeder, die overigens buschauffeur is. “Op mijn werk kreeg ik een productie auto mee, zodat ik naar huis kon rijden. Dan wachtte ik wel tot de spits voorbij was, anders leek het me niet te doen.” De ritjes gingen goed en dat was een opsteker. Inmiddels rijdt Van Zaalen gewoon weer. “Het scheelt een hoop gedoe qua werk en het is fijn dat ik geen smoesjes meer hoef te verzinnen.”
Wie geen geduldige moeder heeft, kan altijd nog een cursus volgen. “Er zijn er genoeg”, zegt Van Nek. “Ze helpen je je mindset te veranderen. Maar ja, het kost geld en veel mensen hebben dat er toch niet voor over. Een gemiste kans, want rijangst kan je leven beperken.”
Ondertussen hebben Rob en ik het parkeerterrein verruilt voor de straten van Sloten. Ik herken het stuk waar ik weleens met de racefiets langskom als ik richting zee ga. Toevallig zegt Rob: “Nee, in Amsterdam heb je niet per se een auto nodig, maar stel dat je eens naar het strand wil?”
Dan pak ik dus de fiets, antwoord ik. “Mijn hele leven is ingericht op niet kunnen rijden.” Rob vindt er het zijne van, maar praat door over andere zaken. Dat doet hij sowieso continu. Hele verhalen komen voorbij. Over zijn tijd als hondentrainer in Engeland, zijn studie antropologie en zijn interesse in sjamanisme. Ik luister naar metaforen over ‘gespannen aapjes’ en pinda’s, naar een weetje over Walt Disney en ik hoor hem zeggen dat een automaat helemaal niet voor bejaarden is - wat ik wel vind- , enzovoort, enzovoort. En ik? Ik luister en rijd. Gek genoeg gaat dat wel prima. Vooruit, ik zit nogal verkrampt en ik let totaal niet op borden en slechts een klein beetje op ander verkeer, maar verder voel ik me wel oké.Hoe ziet die hypnotherapie er trouwens uit? “Dan breng ik mensen in een soort trance om te achterhalen waar die angst nou vandaan komt”, vertelt Rob. “Soms is dat duidelijk, na een verkeersongeluk bijvoorbeeld, maar soms ook niet. Angst heeft in ieder geval vaak een functie.” Hoe zit dat dan bij mij? Rob: “Bij jou zouden we ons ook kunnen afvragen waarom je vroeger die schades hebt veroorzaakt, wat zit daarachter? Had je misschien altijd haast?” Een interessante vraag.
Ik rijd zelf terug naar de plek waar Rob me zo’n twee uur eerder heeft opgewacht. Gaat best. Alleen als hij zegt: “Parkeer ‘m hier maar”, heb ik het gevoel dat ik de controle verlies. Ineens weet ik niet meer wat mijn handen en voeten moeten doen. We komen schokkerig tot stilstand, schuin langs de stoeprand. Het zeurt in mijn onderrug en ik heb kramp in mijn rechterbilspier. Maar ik heb gereden en alles is nog heel. Rob bekent dat hij gedurende ons ritje gebruik heeft gemaakt van ‘conversationele hypnose’. “Ik praatje in rondjes, zodat jij geen tijd had om je druk te maken en panisch met het verkeer bezig te zijn.” Dat werkte buitengewoon goed. Als we naast te auto staan, zegt hij: “Zonde dat je niet meer rijdt.” En hij meent het. “Ik kan je binnen een uur leren inparkeren, echt waar.” En ik geloof hem.
Het wordt tijd dat ik mijn rijbewijs ga verlengen.